Banco Ambrosiano Schandaal

Zelfmoord gecorrigeerd als moord

Prins Bernhard sprak veto uit tegen paus Johannes Paulus I

Kaartenhuis

Schandaalgeld Witwassen

Banco Ambrosiano Schandaal

De schijnbare zelfmoord in juni 1982 van een Italiaanse financier die bekend stond als “Gods bankier” en die opgehangen werd gevonden onder de Blackfriars Bridge in Londen, heeft het mysterie van een groot Italiaans financieel schandaal waarbij het Vaticaan nauw betrokken lijkt te zijn, nog groter gemaakt.

 

Vijf dagen nadat hij verdween, sprong zijn secretaresse haar dood tegemoet uit een raam van de Milanese bank. De 61-jarige Calvi werd op 18 juni 1982 in Londen gevonden, hangend aan een touw onder Blackfriars Bridge.

 

Hij was als kantoorbediende begonnen bij de Banco Ambrosiano in Milaan, had zich opgewerkt tot president om via een reeks spectaculaire deals een bescheiden regionale bank om te vormen tot een grote financiële macht met activa van $18,7 miljard in 1981.

 

“In de Ambrosiano affaire vraagt iedereen zich af hoe het zit met de financiën van het Vaticaan, maar het illustreert ook de kwetsbaarheid van het internationale banksysteem dat we allemaal proberen te behouden,” zei Guido Carli, een voormalig gouverneur van de Bank van Italië en nu een prominent industrieel.

 

Zoals gebruikelijk bij dergelijke schandalen in Italië, zijn er ook oncontroleerbare berichten over de betrokkenheid van figuren uit de georganiseerde misdaad en zelfs een onlangs ontdekte geheime vrijmetselaarsloge die tegen de regering is die op de een of andere manier betrokken zou zijn.

 

Er zijn ook berichten dat de Banco Ambrosiano een doelwit zou zijn geweest van de Britse geheime dienst, die de Banco zou hebben verdacht van het financieren van Argentijnse wapenaankopen tijdens de oorlog om de Falklandeilanden.

 

De Bank van Italië werd voor het eerst achterdochtig ten aanzien van Banco Ambrosiano in 1978 tijdens een algemene campagne tegen bankfraude, maar stuitte meteen op hevige politieke tegenstand.

 

Deze bank van het Vaticaan staat officieel bekend als het Instituut voor Religieuze Betrekkingen. Van 1971 tot 1989 was de voorzitter aartsbisschop Paul Marcinkus uit Cicero, Illinois. Daarvoor werkte hij als lijfwacht voor paus Paulus VI. Hij zal echter herinnerd worden vanwege een schandaal dat uitbrak in 1982.

 

Zelfmoord gecorrigeerd als moord

Het schandaal begon met de ineenstorting van Banco Ambrosiano, een van de grootste privébanken van Italië, met een schuld van 1,4 miljard dollar. Kort daarna werd Roberto Calvi, de directeur van de bank en vriend van Marcinkus, dood aangetroffen hangend onder een brug over de rivier de Theems in Londen, in Engeland.

 

De locatie van de Blackfriars brug werd gezien als een aanwijzing voor een verband met P2 omdat leden van de illegale groep zichzelf ‘frati neri’ noemden, Italiaans voor ‘zwarte broeders’.

 

De dood van Calvi, de voorzitter van de bank en lid van P2, werd aanvankelijk als zelfmoord beschouwd. Maar latere onderzoeken wezen uit dat het om een moord ging die volgens Italiaanse aanklagers het werk was van de Siciliaanse maffia.

 

Het georganiseerde misdaadsyndicaat had Ambrosiano gebruikt om geld te recycleren, waarvan een deel via de bank van het Vaticaan Italië werd uitgesluisd. Niemand werd ooit veroordeeld voor het uitvoeren of laten uitvoeren van Calvi ‘s moord.

 

Vijf mensen, waaronder maffiabaas Licio Gelli, werden berecht in verband met zijn moord, maar allemaal werden vrijgesproken. Het is internationaal vooral bekend omdat het de kern vormde van een moordmysterie waarbij zowel de maffia als het Vaticaan betrokken waren en dat draaide om de dood van “Gods bankier”!

 

Het blijkt dat het Vaticaan, via de Vaticaanse Bank, de grootste aandeelhouder is van de Banco Ambrosiano en dat ze een miljard dollar van de bank naar 10 dochterondernemingen hebben gesluisd. Verschillende geruchten rond het schandaal waren dat andere aandeelhouders van de bank betrokken waren bij deze georganiseerde misdaad en dat sommigen zelfs lid waren van de geheime vrijmetselaarsloge-P2.

 

Toen Italiaanse onderzoekers Marcinkus wilden ondervragen over het schandaal, werkte hij niet mee. Hij weigerde het Vaticaan te verlaten en weigerde zelfs vragen te beantwoorden, verwijzend naar zijn diplomatieke onschendbaarheid.

 

Marcinkus werd uiteindelijk aangeklaagd, maar hij kwam nooit voor de rechter omdat de aanklachten tegen hem werden geseponeerd. Hij bleef zeven jaar lang aan het hoofd van de bank van het Vaticaan.

 

Prins Bernhard sprak zijn veto uit tegen paus Johannes Paulus I

Het schandaal gaf zelfs aanleiding tot enkele complottheorieën. De bekendste werd gebruikt in het plot van Godfather Part III, omdat paus Johannes Paulus I in augustus 1978 in opdracht van de maffia werd vermoord. Johannes Paulus I was in 1978 tot paus gekozen, maar prins Bernhard van Nederland sprak zijn veto uit. Hij werd dood aangetroffen in bed na slechts 33 dagen in functie te zijn geweest. De officiële doodsoorzaak was een hartaanval, maar er werd geen autopsie uitgevoerd. Volgens de complottheorie werd hij vermoord omdat hij een einde wilde maken aan de relatie tussen de kerk en de privébank.

 

Volgens hooggeplaatste functionarissen die het schandaal onderzoeken en die niet geïdentificeerd willen worden, draait de Banco Ambrosiano affaire om de nauwe maar dubbelzinnige relatie tussen de heer Calvi en aartsbisschop Paul C. Marcinkus, een 60-jarige inwoner van Cicero, Ill., die de afgelopen 10 jaar de vrije, maar uiterst geheime bank van het Vaticaan heeft geleid. De formele naam van de bank is Instituto per le Opere de Religione, het Instituut voor Religieuze Werken, en het wordt gewoonlijk aangeduid als I.O.R.

 

Aartsbisschop Marcinkus, een voormalig hoofd van de pauselijke beveiliging, is een controversieel figuur in financiële kringen omdat hij, als hoofd van de Vaticaanse bank, verantwoordelijk was voor het verlies van 30 miljoen dollar door het Vaticaan bij de ineenstorting in 1974 van het zakenimperium van Michele Sindona, de Siciliaanse financier.

 

In 1980 en 1981, zeggen onderzoek ambtenaren, zette wijlen de heer Calvi een uitgebreid leen programma op voor de Peruaanse, Nicaraguaanse en Nassau dochterondernemingen van de Banco Ambrosiano groep, met geleend geld op de Eurodollar markt dat uiteindelijk in totaal zo’n $1,2 miljard tot $1,4 miljard bedroeg.

 

Het grootste deel van dit geld werd vervolgens uitgeleend aan een reeks Panamese bedrijven met namen als Bellatrix Inc., Manic Inc. en Astrolfine Inc., waarvan wordt aangenomen dat de meeste niet meer dan postadressen hebben. De leningen werden ongeveer gelijk verdeeld door de Banco Ambrosiano in Milaan en haar Luxemburgse dochteronderneming, Banco Ambrosiano Holdings.

 

Maar de heer Calvi leende deze fondsen, zeggen onderzoekers, alleen nadat hij wat bankiers noemen “letters of comfort” had ontvangen van de bank van het Vaticaan. Deze brieven, hoewel vaag geformuleerd, impliceerden dat het Vaticaan een belang had in de bedrijven en op de hoogte was van hun leen plannen. Hoewel zulke brieven geen wettelijke garantie vormen dat de ondertekenaar de leningen zal terugbetalen, worden ze vaak afgegeven om kredietverstrekkers gerust te stellen dat een bedrijf dat leent een achtenswaardige ruggensteun heeft.

 

Maar de bank van het Vaticaan eiste en ontving ook wat onderzoekers een “tegenbrief” noemen, ondertekend door de heer Calvi, die haar ontslaat van alle juridische en financiële verantwoordelijkheid voor de leningen aan de Panamese bedrijven.

 

Onderzoek ambtenaren geloven dat het Vaticaan een belang had in de Panamese bedrijven en waarschijnlijk een aantal van hen controleerde. Maar ze zijn ervan overtuigd dat Calvi ook mede-eigenaar en effectief manager was van de meeste bedrijven en het geleende geld gebruikte om aandelen te kopen in Banco Ambrosiano en waarschijnlijk ook in andere bedrijven.

 

Een hoge ambtenaar die bij het onderzoek betrokken is, schat dat de Panamese bedrijven nu ongeveer 20 procent van Banco Ambrosiano bezitten.

 

Kaartenhuis

Toen de rentetarieven stegen en de dollar sterker werd, vonden de onderzoekers het waarschijnlijk dat het steeds moeilijker werd voor de heer Calvi om zijn leningen in dollars te betalen met de dividenden van zijn aandelen, die vaak in zwakke Italiaanse lire werden uitbetaald. Om solvabel te blijven werd hij gedwongen om meer te lenen.

Het was een kaartenhuis dat op instorten stond,”

zei een ambtenaar.

 

Er wordt gespeculeerd dat de aartsbisschop misschien heeft ingestemd met de deal om een oude collega en financieel adviseur te helpen, aangezien Banco Ambrosiano wordt beschouwd als een van Italië’s “katholieke” banken met langdurige banden met het Vaticaan. Mogelijk wilde hij ook het eigen belang van het Vaticaan in Banco Ambrosiano beschermen. Dat belang wordt verondersteld veel groter te zijn dan de 1,8 procent die uit de laatste officiële cijfers blijkt.

 

In de ogen van de Italiaanse minister van Financiën, Nino Andreatta, en van de heer Campi, de gouverneur van de centrale bank, heeft het Vaticaan onjuist gehandeld door troostbrieven uit te geven aan de Banco Ambrosiano op hetzelfde moment dat het de bank vroeg om het vrij te pleiten van elke verantwoordelijkheid voor de Panamese bedrijven. Volgens hooggeplaatste functionarissen moet de bank daarom op zijn minst een morele verantwoordelijkheid dragen voor eventuele verliezen.

 

Tegen het einde van zijn leven zou Calvi steeds meer betrokken zijn geraakt bij verdachte onderwereldfiguren omdat hij steeds meer geld nodig had. Er gaan ook geruchten dat hij Peru $200 miljoen zou hebben geleend om Exocet raketten te kopen voor de Argentijnse strijdkrachten tijdens de Falkland oorlog en zo een doelwit werd voor de Britse geheime dienst.

 

In het licht van de geruchten spraken ambtenaren van de normaal gesproken rustige Bank van Italië en het Ministerie van Financiën hun verbazing uit over de bevinding van een Londense lijkschouwer dat de heer Calvi inderdaad zelfmoord had gepleegd door zichzelf onder de brug op te hangen. De algemene reactie was:

 

Waarom de moeite nemen om naar Londen te gaan om dat te doen?

 

Schandaalgeld Witwassen

Paolo Cipriani, directeur van de bank, en zijn plaatsvervanger Marco Tullio zijn afgetreden na de arrestatie door de Italiaanse belastingpolitie van een Vaticaanse monseigneur die werkte als senior account manager bij het Bestuur van het Patrimonium van de Apostolische Stoel (APSA), dat de vastgoedbezittingen van het Vaticaan beheert. De monseigneur, Nunzio Scarano, wordt in de gevangenis ondervraagd over beschuldigingen van witwassen, corruptie en fraude.

 

Paus Franciscus is verontwaardigd en boos over wat er achter de schermen gebeurt bij de IOR. Hij heeft besloten om zijn geplande schoonmaak van de Romeinse Curie, het centrale bestuur van de Kerk, te beginnen met een volledige reorganisatie bij de IOR.

 

Vaticaanse veiligheidsagenten hebben de opdracht gekregen om elke poging tot inmenging in IOR-documenten te bevriezen, terwijl een interne onderzoekscommissie met ruime bevoegdheden een geheim rapport opstelt over de huidige financiële streken, alleen voor het oog van paus Franciscus.

 

De Vaticaanse Bank heeft een beschadigd image op een moment dat de paus zijn kudde aanspoort hun aandacht te richten op de benarde situatie van de armen in de wereld. Er wordt gespeculeerd dat een van de opties van paus Franciscus zou kunnen zijn om de IOR helemaal op te heffen en alle bankzaken van het Vaticaan over te dragen aan een betrouwbare commerciële bank.

 

Blijf op de hoogte en abonneer je gratis, zonder verborgen commerciële belangen, het is op onze kosten dat je op de hoogte wordt gehouden.

 

Bekijk de documentaire God’s Banker over het wereldwijd witwassen van geld, de bank van het Vaticaan, de geheime dienst van de vrijmetselaars en de Italiaanse maffia.

https://sflix.to/watch-tv/free-murder-of-gods-banker-hd-95965.9582313